woensdag 28 maart 2012

  blz.12.                                                                            hoofdstuk 5.                
Van een 5 steense rijring naar een vol alliance ring.      


Deze rijring neem ik, als een goed voorbeeld voor de vele modellen rij, alliance en memorie ringen die we te zetten kunnen krijgen. In grote lijnen komen ze wel over een.    Met bolle of plat geslepen pootjes afgewerkt. Deze ringen kunnen gegoten geslepen of uit losse onderdelen samen gesteld zijn. We beginnen, zoals altijd met de pootjes, te vlakken.

Waarna we, indien nodig, als de stenen erg groot zijn, met het stellen van de pootjes.  dit doen we het best, door de pootjes gelijktijdig naar buiten te buigen, met de achterkant van een freesje of boortje. Die met een klemmende (geen buigende) schenen- tang, tussen de pootjes gedrukt wordt. waardoor de pootjes een weinig naar buiten worden gebogen. Het is handig om voor dit doel een setje staafjes in 

verschillende diameter te maken. Zodat we nooit mis hoeven te grijpen.   Bij een ronde pootjes afwerking, vijlen  we aan de binnenkant van de pootjes, (daar waar we de steen in gaan frezen) met een vijltje een facet. Dit heeft als voordeel dat we de steen makkelijker in kunnen klikken, beter kunnen zien waar we in moeten frezen, en het is gelijk een voorbehandeling voor het pootkopjes bollen.                                         


Behalve aan de buitenkant of tussen de pootjes, daar waar we de pootjes gaan aandrukken. Hebben we hier het materiaal nog nodig. Om tegenaan te kunnen drukken. Tevens steken we met een ruitsteker tussen de pootjes aan de binnen kant de kopjes vast schoon als de stenen gezet zijn, komen we daar niet meer bij en dit voorkomt het frezen van een braam tijdens het bollen van de pootkopjes.                                                                                                                     

blz.13 
                                                                                   Hoofdstuk 5.

Nadat we er rekening van hebben genomen, dat de culet plaats diep genoeg ingefreesd is.
Beginnen we altijd met de middelste steen te zetten. Aangezien we nu kunnen beoordelen in hoeverre de naaste stenen in de zetting zullen passen kunnen we hier nu rekening mee gaan houden. Zodat de stenen elkaar niet zullen raken of erger over elkaar heen gaan vallen. Dit lijdt vaak tot steenbreuk.   

  
Als we alle stenen nu, zo ingefreesd en ingelegd hebben, gaan we over tot het aandrukken van de pootjes. Dit doen we, met zowel een vlaksteker, een aardappelschilmesje, een zo goedkoop mogelijk model van de HEMA of zo. En met een plattang. Dusdanig gelijkmatig dat de stenen recht in de chatons blijven zitten.



Als de stenen een weinig vast zitten, draaien we de tafels allemaal in de zelfde haakse richting voor een mooi beeld. We drukken de pootjes extra vast door met een ons aardappel- schilmesje deze tussen de pootjes in, te drukken. Hiervoor leggen we onze ring plat op de werkbank zodat we er van bovenaf bezien goed zicht op hebben en enige kracht kunnen zetten.



We houden op deze mannier de pootjes recht. Bij genoeg ruimte tussen de stenen, kan dit hierna ook van boven af in de zetting gebeuren zodat we, ook de chatons onderling haaks houden. Wel op blijven passen de rondisten niet te raken.

blz.14.                            
                                                                                   Hoofdstuk 5.

Bij het aanknijpen van de pootjes, in de tang, zien we er natuurlijk op toe, dat we de rondisten niet raken.   Ook maken we gebruik van de hoek van de tangbek. Aan de punten van de tangbek is deze rechter, dan aan het scharnierpunt omdat we, als we daar aanknijpen, de tang opener moeten houden als aan de punt. Ook heeft de tang dicht bij het scharnierpunt meer kracht. Denk ook aan het effect van de dragende en knijpende tangpoot zoals al eerder besproken. (blz.5.5)  we zien nu ook hier, dat de pootjes opzij weg zullen gaan buigen en hierdoor op de steen zullen aangrijpen. De stenen zullen hierbij zelfs in het metaal gaan insnijden. Hierna kunnen we nu met ons zeer dunne aardappelschilmesje de pootjes weer recht duwen, nadat we het mesje tussen de pootjes gedrukt hebben kunnen we hier ook mee wrikken door met het mesje te draaien. Bij kleurstenen houden we er vooraf, ook weer rekening mee dat we de rondist zoveel mogelijk vrijhouden, door bij het frezen er op te letten dat het pootkopje pas aan de rand, hoog op de steen  aangrijpt. blz.5.8./9.

Als alle stenen recht en gericht, vast zitten halen we eenmaal een driekantig vijltje tussen de pootjes ter afwerking door en werken we de zijkanten met een schuurlat strak af en schuren we  ook ter voorbereiding van het pootkopjes ronden, een facet aan de rand van de pootjesrij, zodat ons holfreesje, zichzelf wat makkelijker zal  centreren.


blz.15, uitgezaagde chatons; memoires-zetting                        Hoofdstuk 5.                             

Dit is een eenvoudige en in bijna elke basis trouwring te maken zetting. Welke ook zonder al te veel problemen, later bijgezet kan worden, tot zelfs een vol alliance ring. Hou wel rekening met de dikte van de ring, zodat de stenen er later niet onderuit steken. De dikte van de steen  (van culet tot en met de tafel ) is in dit geval een goede maat, voor de dikte van de scheen.


Integenstelling tot onze vorige rijring welke bestond uit chatons met buigbare pootjes, is dit duidelijk een kastchaton zetting. Een goede oefen ring, om het principe van zetten in de praktijk toe te passen. Beginnen we om met de passer de breedte van de kastjes uitte passen. Hiervoor nemen we de bovenste breedte van de ring, plus een zaagje dik, als de te passeren maat.


Voor 5 stenen is dit dus 6 streepjes, of passer- puntjes, waar we haaks op de ring, een zaagjes dikte diep, in gaan zagen, waarna we in de zijkanten deze doorzetten. We moeten er wel erg opletten niet in de onder kant van de scheen, te zagen.     Als we elke keer hierbij zoveel mogelijk ons zaagje over het cirkelpunt van de ring laten lopen zullen we aan de zijkant een mooie waaier       van kastje krijgen.


Als alles goed gegaan is, hebben we nu 5 even grootte vierkantige bovenvlakjes, waar het nu niet moeilijk meer is, om deze in het midden met een klein bolfreesje te centeren, waarna we deze uiterst haaks gaan doorboren. Om dát enkele scheve boorgaatjes te corrigeren, halen we er nu nog even een klein bolfreesje door. 


We kunnen nu de gaatje gaan opruimen met een bolfreesje wat iets kleiner is als de steentjes groot.
Hierbij zorgen we er voor dat we mooi in het midden van het kastje blijven, en niet meer ruimen dan de frees dik is.


vervolgens zagen we tot halverwege de kastjes in, dit om ons cilinderfreesje te geleiden.   In de lengte 
hoeven we niet zo diep in te zagen i.v.m. het begin
van de ring scheen. We kunnen nu de inkepingen gaan ruimen met een cilinderfreesje, of om te beginnen met een scharnierfijltje wat in principe ook voldoet om de klus te klaren.

In de ring, onderaan de bladzijde is goed te zien dat we  de zijkanten ook nog kunnen infrezen, zodat het pootjes efect optimaal wordt. Met fijn schuurpapier zorgen we er voor dat we niet te hard hoeven te polijsten, wat de scherpte van onze zetrand te niet zou doen. Voor het polijsten nemen we een kort hard borsteltje waarmee we al stotend tot diep tussen de pootjes door glanzen.

Het eigenlijke zetten van de stenen kan nu beginnen. Aangezien we hier niet met de pootjes kunnen buigen, passen we hier het zgn. rondfilé of gladom zetten toe, waardoor we met de stenen ook niet zo laag uitkomen. Voor deze techniek kijken we op blz1 hoofdstuk rondfilé zetten.      http://diamantzetter.blogspot.com                                                                              

blz 16. briljant chaton, met  baquettes                           Hoofdstuk 5.


Een mooie variatie op boven staande zettingen is de alliance of rijring met baquettes. hierbij beginnen we met de middelste dikste baquettes stenen te zetten om in de loop van de bewerking de stenen op gelijke hoogte te kunnen blijven houden. deze zetting is voor de baquette met plaat inklemming. zodat we de hoekjes van de stenen tijdens de bewerking en ook daarna in het dragen, blijvend beschermen.


Om te beginnen, zagen we de inklemmingsplaats van de rondist met een zaagje in. zie voorbeeld, van onder naar boven.  gaat dit een stuk strakker dan met een lins of zetfreesje. Hierbij dragen we er zorg voor de glansranden aan de zijkanten niet te beschadigen.



Alvorens we de stenen gaan inleggen, frezen we de kortste kanten met een bolfreesje alvast in om te voorkomen dat de steen daar gaat rusten. Als regel geld dat carré, baquettes en tapejes aan de langste kant gedragen worden. en aan de kortste kant ingeklemd, met uitzondering bij het railzetten. Dit, om te voorkomen dat de steen later in zijn vatting, heen en weer kan gaan schuiven. tevens is er in het zetten meer duidelijkheid, waar een steen verkeerd rust of klemt.
we buigen de plaat poten  genoeg uit, om nu zo de steen in te laten vallen en vrij op zijn rusting te laten dragen. Zal nu meestal blijken, dat deze scheef blijft liggen, zie fig.1.

   
                                                   
                                                                                                                Waarna we dit nu kunnen gaan corrigeren, door contra materiaal weg te frezen of steken. zie fig. 3. zal nu blijken bij het opnieuw inleggen, dat deze nu wel recht blijft liggen. zie. fig 4.  gaan we de plaat poten over de steen heen brengen, weer met ons wel bekende mesje. 


Het afwerken doen we met een baretvijl die we op de steen laten rusten, alvorens we nu gaan vijlen, draaien we deze een weinig over het pootje los van de steen zodat we deze niet hoeven te beschadigen. de rest is een kwestie van een voor een vol zetten van het midden uit, eerst de kleurstenen en hierna het briljant.


Als je nog een vraag wil stellen, desnoods anoniem, alle vragen worden hieronder, zo snel mogelijk beantwoord!